Hoi,
den belgiska revolutionen
den belgiske cyklisten
den belgiske grunnloven
Mijn vraag: wanneer belgiskA en wanneer belgiskE gebruiken?
Wie stuurt mij in de goede richting?
Dank bij voorbaat,
Stefaan.
Offline
'belgiskA' als het bijvoeglijk naamwoord in de bepaalde vorm enkelvoud/meervoud staat (of in de onbepaalde vorm meervoud); resp. 'den belgiska filmen'/'de belgiska filmerna'/'belgiska filmer'.
'belgiskE' is de bepaalde vorm enkelvoud bij mannelijke eigennamen/persoonsaanduidingen, zoals je als voorbeeld 'den belgiske cyklisten' gaf. 'Cyklist' is een persoonsaanduiding, namelijk iemand ('een persoon') die fietst, in dit geval dus een man. Voor een vrouw altijd 'belgiskA' gebruiken! Een bekend ander voorbeeld is bijv. bij een briefaanhef: 'Käre Peter' (mannelijk) en 'Kära Ulla' (vrouwelijk).
Jules.
Offline
En je derde voorbeeld, "den belgiske grunnloven", is in het Noors. In het Zweeds zeg je
"den belgiska grundlagen".
Offline
Met de toevoeging dat "den belgiske cyklisten" net zo goed "den belgiska cyklisten" geschreven kan worden.
De gebruikelijkste vorm is de -a-vorm ongeacht geslacht.
Eigenlijk wordt de -e-vervoeging alleen nog in Zuidzweden gebruikt om een onderscheid te maken tussen mannelijk en vrouwelijk.
Offline
hoi,
Dit is duidelijk.
Hartelijk bedankt.
Offline