I böckerna hade de alltid ståt fix färdiga på samma sätt som floden, bergen, skogen och björnerna.
Bovenstaande zin komt voor in een autobiografisch stukje van Bernhard Nordh. Nadat hij heeft beschreven dat hij rond zijn achttiende een teruggetrokken leven in de wouden van Noord-Zweden wilde leiden beschijft hij eerst hoe hij in gedachten al beren doodde, vlees van elanden pekelde, wolven doodde en een prachtige blokhut bouwde. Maar de realiteit bleek veel en veel harder. Vooral het bouwen van de blokhut ging uiterst moeizaam. En dan verschijnt de bovenstaande zin. Het "de" in die zin slaat m.i. op blokhutten . De zelfstandige naamwoorden aasn het einde van de zin zijn ook duidelijk. Maar dat tussenstukje. Alltid.............sätt. daar kan ik niet mee uit de voeten. Wie helpt?
Laatst bewerkt door Cor (2007-11-04 12:00:51)
Offline
(Ik neem aan dat er "stått" staat, geen "ståt", en "björnarna".)
In de boeken hadden ze er altijd kant en klaar gestaan, net zoals de rivier, de bergen, het bos en de beren.
Offline
Älg är vackra djur