vast·goed (het ~)
1 al het goed dat niet verplaatsbaar is, zoals huizen, landerijen => immobilia, immobiliën
Onroerend goed
De grond en alles wat zich daarin of daarop aard- of nagelvast bevindt.
Voorbeelden: bomen, vaste planten, een huis met alles wat daaraan aard- of nagelvast is verbonden of wat naar zijn aard bij het huis hoort, zoals dakpannen, deuren, keuken, enz.
Toch wel dus.
Offline
Fornstora... Het volkslied "Du gamla du fria" was in de jaren 1840 geschreven, een tijd toen het nationalism in Zweden bloeide en het landverlies van Finland naar Ryssland nog altijd vers in de geheugen van het volk was. Volgens mij nam "Du gamla du fria" toen deel in een debat over de toekomst van Zweden en uitdrukte een verlangen terug naar de grootmachtstijd (1620-1718) toen de Oostzee min of meer een Zweedse binnenzee was. Vandaag is de tijd van "oostalgi" voorgoed voorbij en we willen natuurlijk veel liever de olie-emiraat in het western terug hebben? of teminds hun olie
Offline
Of het nu vastgoed of onroerend goed betekent, weet ik niet maar fastighet is in elk geval iets in die aard. Op brieven van het bedrijf dat eigenaar is van mijn studio staat nl. altijd Fastighet AB Förvältaren (waarbij Förvältaren de overigens weinig originele naam van het bedrijf is)
Offline